BEDIENING
gemanoeuvreerd zodat aansluitend in de ge-
wenste richting kan worden gereden.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke
verantwoordelijkheid om de verkeerssituatie
juist in te schatten. Wegens systeembeper-
kingen kan het systeem niet in alle verkeers-
situaties zelfstandig op gepaste wijze reage-
ren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen.
Verkeerssituatie observeren, altijd klaar blij-
ven om te sturen en te remmen en in de be-
treffende situaties acitef ingrijpen.
WAARSCHUWING
Bij gebruik van de trekhaak kan het hulpsys-
teem vanwege afgedekte sensoren niet cor-
rect reageren. Er bestaat kans op een onge-
val of schade. Bij het rijden met een
aanhangwagen of bij gebruik van de trek-
haak, bijvoorbeeld voor een fietsendrager, de
hulpsystemen niet gebruiken.
OPMERKING
Het systeem kan tegen of over stoepranden
sturen. Er bestaat gevaar voor schade. Ver-
keerssituatie observeren en in de betreffende
situaties actief ingrijpen.
Sensoren
De Park Assistant wordt via de volgende sen-
soren aangestuurd:
▷
Ultrasoonsensoren in de bumpers voor/
achter.
▷
Ultrasoonsensoren zijdelings.
260
Parkeren
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
Voorwaarden voor een correcte
werking
Uitlijning van parkeerplekken
▷
Recht vooruitrijden tot circa 35 km/h.
▷
Maximale afstand tot de rij geparkeerde
auto's: 1,5 m.
Geschikte parkeerruimte
Algemeen:
▷
Ruimte achter een object dat minimaal
0,5 m lang is.
▷
Ruimte tussen twee objecten die beide mi-
nimaal 0,5 m lang zijn.
▷
Minimumlengte van de aangrenzende ob-
jecten ca. 1 m.
Langs inparkeren parallel aan de rijbaan:
▷
Minimale lengte van de ruimte tussen twee
objecten: lengte van de eigen auto plus
circa 0,8 m.
▷
Minimumdiepte: circa 1,5 m.
Dwars parkeren:
▷
Minimumbreedte van de ruimte: breedte
van de eigen auto plus circa 0,7 m.
▷
Minimale diepte: lengte van de eigen auto.
De diepte van dwarse parkeerplaatsen
moet zelf worden ingeschat. Op grond van
technische grenzen kan het systeem de
diepte van dwarsparkeerruimte slechts bij
benadering bepalen.
Inparkeren
▷
Portieren en bagageruimte zijn gesloten.
▷
Autogordel is omgedaan.
Uitparkeren
▷
Het voertuig werd met behulp van de Park
Assistant ingeparkeerd en er wordt een ob-