▷
Veiligheidheidsgordel bestuurder afgedaan
en bestuurdersportier geopend.
▷
De motorkap werd ontgrendeld.
Sommige controlelampjes branden verschil-
lend lang.
De motor kan alleen via de start-/stopknop ge-
start worden.
Grenzen van het systeem
Ook wanneer niet moet worden weggereden,
start de afgezette motor in de volgende situ-
aties automatisch:
▷
Bij een sterk verwarmd interieur, bij een in-
geschakelde airconditioningsfunctie.
▷
Bij een sterk gekoeld interieur, bij een inge-
schakelde verwarming.
▷
Bij het beslaan van de ruiten, bij een inge-
schakelde automatische airconditioning.
▷
Zonder Mild Hybrid-technologie: bij het stu-
ren.
▷
Bij het wisselen van de keuzehendelstand
D of R.
▷
Bij een sterk ontladen voertuigaccu.
▷
Bij het starten van een oliepeilmeting.
Systeem handmatig deactiveren
Principe
De motor wordt niet automatisch afgezet.
Tijdens een automatische motorstop wordt de
motor gestart.
Zonder Mild Hybrid-technologie: via
iDrive
1.
"MENU"
2.
"Auto-apps"
3.
"Rij-instellingen"
4.
"Aandrijving en onderstel"
5.
"Start/stop automatisch"
6.
Gewenste instelling selecteren.
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
Rijden
Via keuzehendelstand of rijmodus
De Auto Start Stop functie wordt als volgt ge-
deactiveerd:
▷
Bij keuzehendelstand S.
▷
Bij keuzehendelstand L.
▷
Bij rijmodus: "SPORT".
Auto uitzetten tijdens automatische
motorstop
Bij een automatische motorstop kan de auto
veilig stilgezet/geparkeerd worden, bijvoor-
beeld om deze te kunnen verlaten.
1.
Start-/stopknop indrukken.
▷
De rijden-stand-by wordt uitgeschakeld.
▷
De gereedheid wordt ingeschakeld.
▷
De keuzehendelstand P wordt automa-
tisch ingeschakeld.
2.
Parkeerrem bedienen.
Automatische deactivering
Algemeen
In bepaalde situaties wordt de automatische
start-stop-functie automatisch gedeactiveerd
om de veiligheid te garanderen, bijvoorbeeld
wanneer wordt herkend dat de bestuurder niet
aanwezig is.
Storing
De automatische start-stop-functie schakelt de
motor niet meer automatisch uit. Er wordt een
Check-Control-melding weergegeven. Verder
rijden is niet mogelijk. Het systeem door een
servicepartner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde servicepartner of vakwerk-
plaats laten controleren.
BEDIENING
129