BEDIENING
De toets tot het drukpunt indrukken en inge-
drukt houden: het voertuig versnelt of vertraagt
zonder op het rijpedaal te trappen.
Na het loslaten van de toets wordt de bereikte
snelheid behouden. Verder drukken dan het
drukpunt verhoogt de snelheid nog meer.
Snelheidsregeling voortzetten
Met de opgeslagen snelheid
Een onderbroken snelheidsregeling kan door
oproepen van de opgeslagen snelheid hervat
worden.
Voor het oproepen van de opgeslagen snel-
heid controleren, dat het verschil tussen de ac-
tuele snelheid en de opgeslagen snelheid niet
te groot is. Anders kan de auto ongewenst af-
remmen of accelereren.
Bij onderbroken systeem de toets in-
drukken.
De snelheidsregeling wordt voortgezet met de
opgeslagen waarden.
In de volgende gevallen wordt de opgeslagen
snelheidswaarde gewist en kan deze niet meer
worden opgeroepen:
▷
Bij het uitschakelen van het systeem.
▷
Bij het uitschakelen van rijden-stand-by.
▷
Bij het selecteren van een ander snelheids-
regelsysteem.
Met de huidige snelheid
Toets indrukken om de Cruise Control
met de huidige snelheid voort te zetten.
Speed Limit Assist: met de
voorgestelde snelheid
Bij een snelheidsvoorstel de toets in-
drukken om de Cruise Control met de
voorgestelde snelheid over te nemen.
224
Rijhulpsystemen
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
Weergaven in het
instrumentenpaneel
Weergave op snelheidsmeter
▷
Markering groen: systeem is
actief, de markering toont de
gewenste snelheid.
▷
Markering grijs: systeem is
onderbroken, de markering
toont de opgeslagen snel-
heid.
▷
Geen markering: systeem is uitgeschakeld.
Controlelampje
▷
Controlelampje groen: het systeem
is actief.
▷
Geen controlelampje: het systeem
is uitgeschakeld of onderbroken.
Weergaven in het Head-Up Display
Afhankelijk van de uitvoering kan bepaalde in-
formatie van het systeem ook in de Head-Up
Display worden weergegeven.
Grenzen van het systeem
De ingestelde snelheid wordt ook bij afdalin-
gen aangehouden. Op hellingen kan de ge-
wenste snelheid mogelijk niet aangehouden
worden wanneer het aandrijfvermogen niet
toereikend is.
Naargelang de rijmodus kan het in sommige
situaties tot een over- of onderschrijding van
de ingestelde gewenste snelheid komen, bijv.
bij hellingen.