Weergaven in het
instrumentenpaneel
Sym-
Beschrijving
bool
Stuurwielsymbool grijs.
Systeem in stand-by.
Stuurwielsymbool grijs:
Systeem geactiveerd.
Het systeem ondersteunt de be-
stuurder om de auto binnen de rij-
baan te houden.
Stuurwielsymbool geel knipperend:
Rijbaanbegrenzing werd over-
schreden.
Evt. trilt het stuurwiel.
Stuurwielsymbool geel en er klinkt
eventueel een signaal:
Systeemonderbreking.
Afhankelijk van de landuitvoering:
stuurwielsymbool rood knipperend
of rood brandend. Er klinkt een sig-
naal:
Systeem wordt uitgeschakeld.
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
Rijhulpsystemen
Sym-
Beschrijving
bool
Stuurwielsymbool geel:
Handen bevinden zich niet om het
stuurwiel. Het systeem is nog
steeds actief.
Het stuurwiel met de handen vast-
grijpen.
Stuurwielsymbool rood, er klinkt
een signaal:
Handen bevinden zich niet om het
stuurwiel. Systeemonderbreking.
Het systeem vermindert indien no-
dig de snelheid tot stilstand.
Het systeem voert eventueel geen
ondersteunende stuurbewegingen
uit.
Het stuurwiel met de handen vast-
grijpen.
Afhankelijk van de uitrusting en de landuitvoe-
ring wordt de informatie van het systeem in
Assisted View in het centrale weergavebereik
van het instrumentenpaneel weergegeven.
Meer informatie:
Assisted View, zie pagina 160.
Weergaven op het stuur
Afhankelijk van de uitvoering branden de beide
LED's boven de toetsenpanelen analoog met
de weergaven in het instrumentenpaneel.
BEDIENING
233