BEDIENING
Motortemperatuur
Weergave
▷
Koude motor: de wijzer be-
vindt zich in het blauwe tem-
peratuurbereik, bij de aan-
slag van de
temperatuurweergave wordt
het opschrift WARM-UP
weergegeven.
Rij met gering toerental en
matige snelheid.
▷
Normale bedrijfstemperatuur: de wijzer be-
vindt zich in het midden of in de blauwe
helft van de temperatuurmeter.
▷
Warme motor: de wijzer bevindt zich in het
rode temperatuurbereik. Bovendien wordt
een Check-Control-melding weergegeven.
Meer informatie:
Koelvloeistofpeil, zie pagina
Buitentemperatuur
Algemeen
Daalt de weergave tot +3 ℃ of lager, dan
klinkt een signaal.
Er wordt een Check-Control-melding weerge-
geven.
Het gevaar voor gladheid is toegenomen.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Ook bij temperaturen boven +3 ℃ kan ge-
vaar voor gladheid bestaan, bijvoorbeeld op
bruggen of schaduwrijke weggedeelten. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Bij lage tem-
peraturen de rijstijl aanpassen aan de weers-
omstandigheden.
158
Weergaven
350
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
Centraal weergavebereik
Algemeen
De volgende instellingen kunnen worden gese-
lecteerd:
▷
Rustig aanzicht.
▷
Ritgegevens, zie pagina 159.
▷
Assisted View, zie pagina 160.
▷
Met navigatiesysteem: routevoorbeeld.
▷
Met navigatiesysteem: kaartweergave.
▷
Entertainment.
Bepaalde inhoud voor het centrale weergave-
bereik kan ook als aanzicht in de Head-Up Dis-
play worden geconfigureerd.
Meer informatie:
Head-Up Display, zie pagina 147.
Centraal weergavebereik
configureren
De inhoud van het centrale weergavebereik in
het instrumentenpaneel kan individueel wor-
den geconfigureerd en weergegeven, bijv. de
weergave van ritgegevens.
1.
Op de toets op het stuurwiel druk-
ken.
Op het instrumentenpaneel wordt een me-
nubalk weergegeven.
2.
"CONTENT"
Eventueel het menu door kantelen van de
gekartelde knop op het stuurwiel selecte-
ren.
3.
De gewenste instelling via de gekartelde
knop op het stuurwiel selecteren.