Advertenties
BEDIENING
Verblijven personen gedurende langere tijd in
het voertuig en ontstaan hierdoor extreme
temperaturen, dan is er risico op lichamelijk
letsel of levensgevaar. De auto niet van bui-
tenaf vergrendelen als zich daarin personen
bevinden.
WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in de
auto worden achtergelaten kunnen de auto in
beweging zetten en zichzelf of het verkeer in
gevaar brengen, bijvoorbeeld door de vol-
gende handelingen:
▷ Indrukken van de start-/stopknop.
▷ Parkeerrem vrijzetten.
▷ Portieren of ruiten openen en sluiten.
▷ Keuzehendelstand N inschakelen.
▷ Uitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op
letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto
de autosleutel meenemen en de auto ver-
grendelen.
Gedrag bij het ontgrendelen
Het gedrag van het voertuig bij het ontgrende-
len is afhankelijk van de volgende instellingen:
▷
Alleen het bestuurdersportier en de tank-
klep worden ontgrendeld of alle voertuig-
toegangen worden ontgrendeld.
▷
De ontgrendeling van het voertuig kan met
een lichtsignaal of met een geluidssignaal
worden bevestigd.
▷
Bij de ontgrendeling kan de begroetings-
verlichting worden ingeschakeld.
Daarnaast worden de volgende functies uitge-
voerd:
▷
Als aan de voertuigsleutel een BMW ID of
een bestuurdersprofiel werd toegewezen,
78
Openen en sluiten
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
wordt deze BMW ID of dit bestuurderspro-
fiel geactiveerd.
▷
De interieurverlichting wordt ingeschakeld,
als deze niet handmatig uitgeschakeld
werd.
▷
Afhankelijk van de uitvoering worden inge-
klapte buitenspiegels uitgeklapt.
Als de buitenspiegels via de toets in het in-
terieur werden ingeklapt, worden ze bij het
ontgrendelen niet uitgeklapt.
▷
De installatie voor diefstalbeveiliging wordt
uitgeschakeld.
▷
De alarminstallatie wordt uitgeschakeld.
Meer informatie:
▷
Instellingen, zie pagina 92.
▷
Begroetingsverlichting, zie pagina 170.
▷
BMW ID/bestuurdersprofielen, zie pa-
gina 68.
Gedrag bij het vergrendelen
Het gedrag van het voertuig bij het vergrende-
len is afhankelijk van de volgende instellingen:
▷
De vergrendeling van het voertuig kan met
een lichtsignaal of met een geluidssignaal
worden bevestigd.
▷
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de
buitenspiegels automatisch worden inge-
klapt bij het vergrendelen. Bij ingescha-
kelde alarmlichtinstallatie worden de bui-
tenspiegels niet ingeklapt.
▷
Bij de vergrendeling kan de Coming Home
verlichting worden geactiveerd.
De volgende functies worden uitgevoerd:
▷
Alle portieren, de achterklep en de tank-
dopklep worden vergrendeld.
▷
De installatie voor diefstalbeveiliging wordt
ingeschakeld. Daardoor wordt voorkomen
dat de portieren via de vergrendelingsknop-
pen of de portieropeners ontgrendeld kun-
nen worden.
▷
De alarminstallatie wordt ingeschakeld.
Advertenties
