▷
Bij steile hellingen.
▷
Voor verhogingen in het wegdek.
▷
Met een zware aanhangwagen.
In deze gevallen het rijpedaal bedienen.
Weersomstandigheden
Bij ongunstige weers- of lichtomstandigheden
kunnen de volgende beperkingen optreden:
▷
Slechtere herkenning van voertuigen.
▷
Kortstondige onderbreking bij reeds her-
kende voertuigen.
Oplettend rijden en zelf reageren op de heer-
sende verkeerssituatie. Evt. actief ingrijpen, bij-
voorbeeld door remmen, sturen of uitwijken.
Aandrijfvermogen
De ingestelde snelheid wordt ook bij afdalin-
gen aangehouden. Op hellingen kan de ge-
wenste snelheid mogelijk niet aangehouden
worden wanneer het aandrijfvermogen niet
toereikend is.
Naargelang de rijmodus kan het in sommige
situaties tot een over- of onderschrijding van
de ingestelde gewenste snelheid komen, bijv.
bij hellingen.
Assisted Driving
Principe
Assisted Driving breidt de afstandsregeling uit
met een besturingsassistent met rijstrookas-
sistentie. Het systeem helpt om het voertuig
binnen de rijstrook te houden. Daarvoor stuurt
het systeem zo nodig zelfstandig, bijvoorbeeld
bij het rijden in bochten.
Algemeen
Afhankelijk van de snelheid oriëntieert het sys-
teem zich op de rijbaanbegrenzingen of op
voorliggers.
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
Rijhulpsystemen
Sensoren in het stuurwiel herkennen of het
stuurwiel wordt aangeraakt.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke
verantwoordelijkheid om de verkeerssituatie
juist in te schatten. Wegens systeembeper-
kingen kan het systeem niet in alle verkeers-
situaties zelfstandig op gepaste wijze reage-
ren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen.
Verkeerssituatie observeren, altijd klaar blij-
ven om te sturen en te remmen en in de be-
treffende situaties acitef ingrijpen.
Overzicht
Toetsen op stuurwiel
Toets Functie
Laatst actieve snelheidsregelsysteem
inschakelen/uitschakelen.
Snelheidsregelsystemen onderbre-
ken en voortzetten.
Gewenst snelheidsregelsysteem se-
lecteren.
Huidige snelheid opslaan.
Speed Limit Assist: voorgestelde
snelheid handmatig overnemen.
Snelheid instellen.
Sensoren
Het systeem wordt via de volgende sensoren
aangestuurd:
▷
Camera achter de voorruit.
▷
Frontradarsensor.
BEDIENING
231