van bewegende onderdelen verwijderd hou-
den.
WAARSCHUWING
De motorkap is aan de binnenzijde van uit-
stekende delen voorzien, bijv. vergrende-
lingshaken. Er bestaat kans op letsel. Bij
geopende motorkap op uitstekende delen
letten en deze gebieden vrijhouden.
WAARSCHUWING
Een niet correct vergrendelde voorkap kan tij-
dens het rijden opengaan en het zicht beper-
ken. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Di-
rect stoppen en de voorkap correct sluiten.
WAARSCHUWING
Bij het openen en sluiten van de voorkap
kunnen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er
bestaat kans op letsel. Bij het openen en slui-
ten erop letten dat het bewegingsgebied van
de voorkap vrij is.
OPMERKING
Opgeklapte wissers kunnen bij het openen
van de voorkap worden ingeklemd. Er be-
staat gevaar voor schade. Voor het openen
van de voorkap erop letten dat de wissers
met gemonteerde wisserbladen op de voor-
ruit liggen.
OPMERKING
De motorkap moet bij het sluiten aan beide
zijden vergrendelen. Aandrukken kan de mo-
torkap beschadigen. Er bestaat gevaar voor
schade. De motorkap opnieuw openen en
Online Edition for Part no. 01405A54438 - II/22
Motorruimte
met een vlotte beweging sluiten. Aandrukken
vermijden.
Voorklep openen
1.
Aan de hendel trekken, pijl 1.
De motorkap wordt ontgrendeld.
2.
Na het loslaten van de hendel, opnieuw
aan de hendel trekken, pijl 2.
De motorkap kan worden geopend.
3.
Op uitstekende delen van de motorkap let-
ten.
Voorkap sluiten
De motorkap vanaf een hoogte van ca. 50 cm
met een vlotte beweging sluiten.
De motorkap moet aan beide zijden vastklik-
ken.
MOBILITEIT
341