Volg de instructies van de fabrikant en
houd het kinderzitje steeds op zijn plaats
verankerd:
Een kinderzitje dat niet is bevestigd, is
gevaarlijk. Bij plotseling stoppen of een
aanrijding zou het kinderzitje van zijn
plaats kunnen schuiven en ernstig letsel,
mogelijk met dodelijke afloop, aan het kind
of andere inzittenden kunnen toebrengen.
Zorg ervoor dat het kinderzitje dat u
gebruikt goed op zijn plaats bevestigd
wordt volgens de instructies van de
fabrikant van het kinderzitje. Wanneer u
het kinderzitje niet gebruikt, dit uit de auto
verwijderen of met een veiligheidsgordel
bevestigen of dit aan BEIDE Isofix-ankers en
de bijbehorende spanriemverankering
vastzetten.
Zet een kind steeds in een geschikt
kinderzitje vast:
Het in uw armen vasthouden van een kind
tijdens het rijden is buitengewoon
gevaarlijk. Ongeacht hoe sterk de persoon
is, zal hij of zij tijdens plotseling afremmen
of een botsing het kind niet kunnen blijven
vasthouden, waardoor het kind of de
overige inzittenden ernstig of dodelijk letsel
zou kunnen oplopen. Zelfs bij een
gematigde botsing kan het kind
blootgesteld worden aan de kracht van een
airbag, waardoor het kind ernstig of
dodelijk letsel zou kunnen oplopen, of het
kind zou tegen een volwassene kunnen
slaan en zowel zelf letsel kunnen oplopen
als ook aan de volwassene letsel kunnen
toebrengen.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een naar
achteren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting met een airbag die
geactiveerd zou kunnen worden:
Gebruik NOOIT een naar achteren gericht
kinderzitje op een zitting die aan de
voorzijde door een ACTIEVE AIRBAG
beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG
LETSEL aan het KIND toebrengen.
Voertuigen met een voorpassagiersairbag
hebben het volgende waarschuwingslabel.
Het waarschuwingslabel herinnert u er aan
onder geen enkele omstandigheid een naar
achteren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting aan te brengen.
Zelfs bij een gematigde botsing kan het
kinderzitje door een activerende airbag
geraakt worden en met kracht naar
achteren verplaatst worden, waardoor het
kind ernstig of dodelijk letsel zou kunnen
oplopen. Als uw auto uitgerust is met een
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag, bij het plaatsen van
een naar achteren gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting de schakelaar altijd
in de OFF stand zetten.
Kinderzitje
2-33