Gebruik van de zittingen
Afstellen van de bestuurdersstoel
De afstelling van de rijstand zoals aanbevolen door Mazda wordt uitgevoerd aan
de hand van de volgende procedures.
1. Zet het stuurwiel en de zitting in de standaardstand.
2. Afstellen van de hoek van de rugleuning.
3. Afstellen van de zittingpositie naar voren en achteren.
4. Afstellen van de zittinghoogte.
5. Afstellen van de hoogte van de voorkant van het zitkussen.
6. Afstellen van de stand van het stuurwiel.
7. Afstellen van de positie van de hoofdsteun.
Lengteverstelling
Afstelling van de hoogte
Afstellen van de hoogte van de
voorkant van het zitkussen
Rugleuningverstelling
Afstelling van de lendensteun
Voordat afstellingen aan de rijstand zoals aanbevolen door Mazda worden
uitgevoerd
Het stuurwiel in de
standaardstand zetten
Zet de hendel omlaag, zet het
stuurwiel in de laagste stand en duw
het vervolgens volledig terug.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
De bestuurdersstoel in de
standaardstand zetten
1. Schuif de zitting volledig naar
achteren.
2. Laat de zitting tot de laagste
hoogte zakken.
3. Laat de voorkant van het
zitkussen tot de laagste hoogte
zakken.
4. Ga op de zitting zitten en laat uw
rug tegen de rugleuning rusten.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 2, "Stoelen".
Elektrische bediening
1