De motor starten
1. Zorg er voor dat de handrem aangetrokken is.
2. Blijf het rempedaal stevig intrappen totdat de
motor volledig gestart is.
3. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in stand P (parkeren). Als u
de motor moet starten wanneer de auto in
beweging is, dient u de keuzehendel in stand N
(neutraal) te zetten.
4. Druk de startdrukknop in nadat het
startdrukknopindicatielampje (groen) is gaan branden.
(SKYACTIV-D 1.8)
• De startmotor draait niet rond totdat het voorgloei-indicatielampje uit gaat.
• Als u nadat de gloeibougies zijn opgewarmd het contact gedurende langere tijd in
de stand ON laat staan zonder dat de motor draait, worden de gloeibougies
mogelijk opnieuw opgewarmd en gaat het voorgloei-indicatielampje branden.
• Laat bij het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) niet los totdat het
voorgloei-indicatielampje in de instrumentengroep uit gaat, na het indrukken van
de startdrukknop.
• Als voor het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) wordt losgelaten,
het koppelingspedaal (handgeschakelde versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) nogmaals intrappen en de startdrukknop indrukken om
de motor te starten.
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, "Motor start/stop".
Indicatielampje
Startdrukknop
9