Download Print deze pagina

Mazda 3 Instructieboekje pagina 223

Advertenties

Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
OPMERKING
Na het bijtanken van brandstof kan het
enige tijd duren voordat de indicator
stabiel wordt. Bovendien kan bij het
rijden op hellingen of in bochten de
indicator afwijken als gevolg van de
beweging van de brandstof in de tank.
De richting van de pijl (
dat de afsluitklep van de
brandstoftankdop zich aan de linkerzijde
van de auto bevindt.
▼ Dashboardverlichting
Wanneer de verlichting wordt
ingeschakeld met het contact in de stand
ON, wordt de helderheid van de
dashboardverlichting gedimd. Wanneer de
lichtsensor echter bespeurt dat de
omgeving helder is, zoals wanneer de
verlichting overdag wordt ingeschakeld,
dimt de dashboardverlichting niet.
OPMERKING
Wanneer het contact in de vroege avond
of bij schemering in de stand ON wordt
gezet, wordt de dashboardverlichting
gedurende enkele seconden gedimd
totdat de lichtsensor de helderheid van
de omgeving bespeurt. Het is echter
mogelijk dat na het bespeuren van de
helderheid de dimmer wordt
uitgeschakeld.
Wanneer de verlichting wordt
ingeschakeld, gaat het verlichting-aan
indicatielampje in de instrumentengroep
branden.
Zie Koplampen op pagina 4-62.
4-30
) geeft aan
De helderheid van de instrumentenpaneel-
en dashboardverlichtingen kunnen
afgesteld worden door het indrukken van
de dashboardverlichtingsschakelaar terwijl
de dashboardverlichting is gedimd.
Druk op de - schakelaar om de
helderheid te verminderen. Wanneer op
de - schakelaar wordt gedrukt terwijl de
instrumentengroep maximaal is gedimd,
wordt een geluid geactiveerd om u erop
te wijzen dat de huidige
dimmerinstelling de maximale instelling
is.
Druk op de + schakelaar om de
helderheid te vergroten.
1. Helder
2. Gedimd

Advertenties

loading