Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Als het systeem niet functioneert terwijl
u het detectiegebied van de
aanraaksensor goed hebt aangeraakt,
laat u de aanraaksensor eenmaal los en
raakt u na ongeveer 3 seconden het
detectiegebied van de aanraaksensor
weer aan.
Vergrendelen
Raak het detectiegebied van de
aanraaksensor voor portiervergrendeling
aan terwijl aan alle onderstaande
voorwaarden voldaan is om te
vergrendelen.
Het contact is op OFF gezet.
Alle portieren zijn gesloten.
U draagt de zender bij u.
De volgende locaties worden vergrendeld
door het detectiegebied van de
aanraaksensor voor portiervergrendeling
aan te raken.
Alle portieren
Afsluitklep van brandstoftankdop
Achterklep
Bij het vergrendelen gaan de
waarschuwingsknipperlichten eenmaal
branden.
Ontgrendelen
Raak het detectiegebied van de
aanraaksensor voor portierontgrendeling
aan terwijl aan alle onderstaande
voorwaarden voldaan is om te
ontgrendelen.
Het contact is op OFF gezet.
Het bestuurdersportier is vergrendeld.
Er zijn 3 seconden of meer verstreken
sinds de portieren werden vergrendeld.
U draagt de zender bij u.
3-16
De volgende locaties worden ontgrendeld
door het detectiegebied van de
aanraaksensor voor portierontgrendeling
aan te raken.
Alle portieren
Afsluitklep van brandstoftankdop
Achterklep
Bij het ontgrendelen gaan de
waarschuwingsknipperlichten tweemaal
branden.
OPMERKING
Kijk of alle portieren en de achterklep
goed vergrendeld zijn.
Beweeg de achterklep even op en neer
zonder de elektrisch bediende
achterklepopener in te drukken om te
controleren of de achterklep niet open is
blijven staan.
Alle portieren en de achterklep kunnen
niet worden vergrendeld wanneer een
van de portieren geopend is.
De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een pieptoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer de
portieren en de achterklep vergrendeld/
ontgrendeld worden met behulp van een
aanraaksensor.
Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden. Zie de
sectie Instellingen in het MZD Connect
instructieboekje.
(Met anti-diefstal beveiligingssysteem)
De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht of uitgeschakeld
wordt.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem op
pagina 3-41.