*
4
Wanneer de lichtschakelaar van de
de auto tot stilstand is gebracht, gaan de koplampen uit. Wanneer wordt begonnen met rijden, gaan de
koplampen weer aan.
*
5
Wanneer de lichtschakelaar van de
stilstand is gebracht, gaat de dagverlichting uit. Wanneer wordt begonnen met rijden, gaat de dagverlichting
weer aan.
*
6
Wanneer een van de volgende handelingen worden uitgevoerd met de lichtschakelaar in de
terwijl de auto tot stilstand is gebracht, gaat de dagverlichting uit.
De lichtschakelaar in de stand
De lichtschakelaar in de stand
De lichtschakelaar in de stand
Wanneer wordt begonnen met rijden, gaat de dagverlichting weer aan.
Automatische verlichtingsregeling
Wanneer de koplampschakelaar in de stand
tast de lichtsensor de helderheid of donkerte van de omgeving af en schakelt deze
automatisch de koplampen en andere buitenverlichting in of uit.
OPGELET
De lichtsensor niet afdekken door een sticker of een label op de voorruit te plakken. Anders
zal de lichtsensor niet correct functioneren.
De lichtsensor functioneert ook als een regensensor voor de automatische
ruitenwisserregeling. Houd handen en ruitenkrabbers uit de buurt van de voorruit wanneer
de ruitenwisserhendel in de stand
aangezien vingers beklemd kunnen raken of de ruitenwissers en ruitenwisserbladen
beschadigd kunnen worden wanneer de ruitenwissers automatisch in werking gesteld
worden. Als u de voorruit gaat reinigen, er op letten dat de ruitenwissers volledig zijn
uitgeschakeld wanneer het bijzonder verleidelijk is om de motor te laten draaien. Dit is
vooral belangrijk bij het verwijderen van ijs en sneeuw.
,
of
stand naar een andere stand wordt gezet terwijl de auto tot
zetten.
zetten en vervolgens weer in de stand
zetten.
staat en het contact op ON gezet wordt,
staat en het contact aan wordt gezet is,
Schakelaars en regelaars
stand naar de
stand wordt gezet terwijl
Tijdens het rijden
stand
.
4-63