Het voorliggende voertuig rijdt met een
buitengewoon lage snelheid.
Er zijn tweewielige voertuigen zoals
motorfietsen of fietsen voor u.
(Model met automatische transmissie)
Steile hellingen (het voorliggende
voertuig wordt mogelijk niet juist
gedetecteerd, uw auto kan slippen
wanneer deze wordt gestopt door de
in-stilstandpositie-houdenregeling, of
uw auto kan onverwacht accelereren
nadat deze begint te rijden).
Bij het rijden onder slechte
weersomstandigheden (regen, mist en
sneeuw).
Het CTS-systeem kan geen
rijstrookstrepen detecteren.
Wegversmallingen als gevolg van
wegwerkzaamheden of afgesloten
rijstroken.
De auto rijdt op gladde wegen zoals met
ijs of sneeuw bedekte wegen en
onverharde wegen.
Wanneer banden van een andere dan de
voorgeschreven maat worden gebruikt,
zoals een noodreservewiel.
Er worden banden met onvoldoende
profiel gebruikt.
Wanneer de bandenspanning niet op de
voorgeschreven druk is afgesteld.
Het voertuig wordt gebruikt om een
caravan of bootaanhanger te trekken.
Er worden sneeuwkettingen gebruikt.
De auto rijdt op wegen waarop andere
rijstrookstrepen dan witte (gele) lijnen
worden gebruikt, zoals een autosnelweg.
i-ACTIVSENSE
(Model met automatische transmissie)
Stap niet uit de auto wanneer de
in-stilstandpositie-houdenregeling
operationeel is.
Als u uit de auto stapt terwijl de
in-stilstandpositie-houdenregeling
operationeel is kan de auto onverwacht
gaan rijden en een ongeluk veroorzaken.
Schakel eerst het CTS-systeem uit, trek de
handrem aan en zet de keuzehendel in
stand P voordat u uitstapt.
OPGELET
Schakel het systeem uit wanneer de auto
op een rollenbank wordt gezet.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht zodat het CTS-systeem normaal kan
functioneren.
Geen wijzigingen aan de vering van de
auto aanbrengen.
Gebruik altijd velgen van het
voorgeschreven type en formaat voor de
voor- en achterwielen. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur, voor het
vervangen van de banden.
Tijdens het rijden
4-167