Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Vertrouw niet uitsluitend op de ALH en
rijd met voldoende aandacht voor de
veiligheid. Schakel de koplampen indien
nodig handmatig over tussen grootlicht
en dimlicht.
OPMERKING
Het is mogelijk dat de ALH onder de
volgende omstandigheden niet normaal
werkt. Schakel handmatig over tussen
grootlicht en dimlicht al naargelang het
zicht en de weg- en verkeerssituatie.
Wanneer er andere lichtbronnen in het
gebied zijn, zoals straatlantaarns,
verlichte aanwijsborden en
verkeerslichten.
Wanneer er lichtweerkaatsende
voorwerpen in de omgeving zijn, zoals
lichtweerkaatsende platen en borden.
Wanneer het zicht verminderd is tijdens
regen, sneeuw of mist.
Bij het rijden op wegen met scherpe
bochten of golvingen.
Wanneer de koplampen/achterlichten
van voorliggende voertuigen of van
voertuigen op de tegenovergestelde
rijstrook niet duidelijk zichtbaar of
onverlicht zijn.
Wanneer het onvoldoende donker is,
zoals bij zonsopgang of schemering.
Wanneer de bagageruimte beladen is
met zware voorwerpen of de
achterpassagierszittingen bezet zijn.
Wanneer het zicht verminderd is doordat
spatwater van de banden van een
voorliggend voertuig op uw voorruit
terechtkomt.
4-114
▼ Gebruik van het systeem
De ALH schakelt automatisch over tussen
niet-verblindend grootlicht,
groothoekdimlicht en snelwegstand nadat
het contact op ON is gezet en de
koplampschakelaar in de stand
dimlicht staat.
De ALH bepaalt dat het buiten donker is
op basis van de helderheid van de
omgeving. Tegelijkertijd gaat het ALH
indicatielampje (groen) in de
instrumentengroep branden.
OPMERKING
De werking van de ALH kan uitgeschakeld
worden.
Zie de sectie Instellingen in het MZD
Connect instructieboekje.
en