Advertenties
Onderhoudsitem
*8
Remvloeistof
Niveau van remvloeistof en koppe‐
lingsvloeistof
Met vacu‐
Vacuümrembekrach‐
ümbekrachti‐
tiger en slang
ger
Schijfremmen
Werking van stuurinrichting en
stuurstangen
Handgeschakelde versnellingsbak‐
olie
Voor- en achterwielophanging, fu‐
seekogels en axiale speling van
wiellager
Stofhoezen van aandrijfas
Uitlaatsysteem hitteschilden
Bouten en moeren op chassis en
carrosserie
Toestand van carrosserie (op roest,
corrosie en perforatie)
Slotvanger motorkap
Werking van alle verlichting
Cabineluchtfilter (indien voorzien)
Bandenspanning en bandenslijtage
*9
Onderling verwisselen van de ban‐
den
Lekke band noodreparatieset (in‐
*10
dien voorzien)
Tabelsymbolen:
I: Inspecteren: Inspecteren en reinigen, repareren, afstellen, bijvullen of indien nodig vernieuwen.
R: Vernieuwen
C: Reinigen
T: Vastdraaien
Opmerkingen:
*
1
Reset de motoroliegegevens bij elke motorolieverversingsbeurt, ongeacht het verschijnen van de melding/
moersleutelindicatielampje.
*
2
Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen de
motorolie vaker te verversen en het oliefilter vaker te vernieuwen dan de normaal aanbevolen intervallen.
a) Langdurig stationair draaien of rijden met lage snelheden (zoals politieauto's, taxi's of lesauto's).
b) Rijden onder stoffige omstandigheden.
Periodieke onderhoudsbeurten
1e
2e
3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e 10e 11e 12e 13e 14e 15e 16e
R
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
Elke 100.000 km of 60 maanden vernieuwen
I
I
I
T
T
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
R
R
I
I
I
I
I
Elke 10.000 km onderling verwisselen.
I
I
R
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
Elke 80.000 km inspecteren.
T
T
T
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
R
R
R
I
I
I
I
I
I
I
I
Onderhoud en verzorging
R
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
T
T
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
R
R
I
I
I
I
I
I
I
6-9
R
I
I
I
I
I
I
T
I
I
I
R
I
I
Advertenties
