Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem (Volautomatisch type)
Bestuurderstemperatuurregelknop
AUTO schakelaar
Temperatuurinstellingsdisplay (bestuurderszijde)
Luchtinlaatdisplay
Luchtstromingsdisplay
Functiekeuzedisplay
Temperatuurinstellingsdisplay (passagierszijde)
SYNC (gesynchroniseerde temperatuur) schakelaar
Passagierstemperatuurregelknop
A/C schakelaar
Achterruitverwarmingsschakelaar
Functiekeuzeschakelaar
Aanjagerregelschakelaar
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
Voorruitontwasemingsschakelaar
Aan/uit schakelaar
Bediening van de automatische airconditioning
1. Druk op de AUTO schakelaar. De keuze van de luchtstroomfunctie, de
luchtinlaatkeuzeschakelaar en het volume van de luchtstroming wordt
automatisch geregeld.
2. Gebruik de temperatuurregelknop voor het kiezen van de gewenste temperatuur.
Om de temperatuur aan de voorpassagierszijde afzonderlijk van de
bestuurderszijde in te stellen, draait u de voorpassagierstemperatuurregelknop
om automatisch te schakelen naar de afzonderlijke bedieningsmodus en stelt u
de temperatuur aan de voorpassagierszijde in.
Druk op de aan/uit schakelaar om het systeem uit te schakelen.
42
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 5, "Klimaatregelsysteem".