Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Als de weg bijzonder smal is, is het
mogelijk dat voertuigen twee rijstroken
verder bespeurd worden. Het
detectiegebied van de achterste
zijradarsensoren is ingesteld volgens de
breedte van snelwegen.
Het is mogelijk dat het BSM
waarschuwingsindicatielampje gaat
branden en dat het
voertuigdetectiescherm in de display
wordt weergegeven in reactie op
stilstaande objecten (vangrails, tunnels,
zijwanden en geparkeerde voertuigen)
op of langs de weg.
1. Objecten zoals vangrails en
betonnen muren die langs de auto
lopen.
4-122
1. Plaatsen waar de breedte tussen de
vangrails of muren aan weerszijden
van de auto smaller wordt.
1. De muren aan de ingang en
uitgangen van tunnels, afritten.
De kans bestaat dat een BSM
waarschuwingsindicatielampje gaat
knipperen of dat de
waarschuwingszoemer enkele malen
wordt geactiveerd bij het afslaan op een
kruising in een stad.
Schakel de BSM uit wanneer u een
aanhanger trekt of wanneer u
hulpuitrusting zoals een fietsdrager aan
de achterzijde van de auto hebt
geïnstalleerd. Anders zullen de
radiogolven van de radar geblokkeerd
raken waardoor het systeem niet meer
normaal zal functioneren.
Wanneer een originele Mazda trekhaak
wordt gebruikt, dan wordt de BSM
automatisch uitgeschakeld.