1. Rijd met de auto achteruit de parkeerruimte in door het stuurwiel zodanig te draaien dat
de auto in het midden van de parkeerruimte komt.
1. (Schermdisplay)
2. (Werkelijke conditie)
2. Nadat de auto de parkeerruimte binnen begint te rijden, stoppen en bijsturen zodat de
afstand tussen de voertuigbreedtelijnen en de zijkanten van de parkeerruimte aan de
linker- en rechterzijde nagenoeg gelijk zijn en blijf dan langzaam achteruit rijden.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-231