Koplampregelsysteem
(HBC)
▼ Koplampregelsysteem (HBC)
Het HBC bepaalt met behulp van de
vooruitrijcamera (FSC) de
omstandigheden aan de voorzijde van de
auto bij het rijden in het donker en
schakelt het licht van de koplampen
automatisch over tussen grootlicht en
dimlicht.
Zie Vooruitrijcamera (FSC) op pagina
4-241.
Bij het rijden met een snelheid van
ongeveer 30 km/h of meer, worden de
koplampen op grootlicht ingesteld
wanneer er geen voertuigen vóór u rijden
of geen tegenliggers naderen.
Het systeem schakelt in de volgende
gevallen de koplampen over op dimlicht:
Het systeem bespeurt een voertuig of de
koplampen/lichten van een voertuig dat
vanuit tegenovergestelde richting nadert.
Bij het rijden op wegen met
straatverlichting of op wegen in goed
verlichte steden en dorpen.
De rijsnelheid is minder dan ongeveer
20 km/h.
Wanneer het grootlicht is ingeschakeld
gaat het grootlichtindicatielampje
branden.
*
i-ACTIVSENSE
1. Vooruitrijcamera (FSC)
*
1
De herkenningsafstand van de vooruitrijcamera
(FSC) varieert afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden.
Het waarschuwingslampje gaat branden
als het systeem defect is.
Zie Koplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje) op pagina
7-53.
OPGELET
De hoogte van de auto niet afstellen, de
koplampeenheden niet wijzigen en de
camera niet verwijderen, anders zal het
systeem niet normaal functioneren.
Vertrouw niet uitsluitend en alleen op het
HBC en rijd met voldoende aandacht
voor de veiligheid. Schakel de
koplampen indien nodig handmatig
over tussen grootlicht en dimlicht.
OPMERKING
Het moment waarbij het systeem de
koplampen overschakelt verandert onder
de volgende omstandigheden. Als het
systeem de koplampen niet juist
overschakelt, handmatig tussen grootlicht
en dimlicht overschakelen, overeenkomstig
het zicht en de verkeersomstandigheden.
Wanneer er lichtbronnen in het gebied
zijn, zoals straatlantaarns, verlichte
aanwijsborden en verkeerslichten.
Wanneer er lichtweerkaatsende
voorwerpen in de omgeving zijn, zoals
lichtweerkaatsende platen en borden.
Wanneer het zicht verminderd is tijdens
regen, sneeuw of mist.
Bij het rijden op wegen met scherpe
bochten of in heuvelachtig gebied.
*Bepaalde modellen.
Tijdens het rijden
*1
4-111