Download Print deze pagina

Mazda 3 Instructieboekje pagina 90

Advertenties

Rijd niet met een auto met een
beschadigde veiligheidsgordel:
Gebruik van een beschadigde
veiligheidsgordel is gevaarlijk. Bij een
ongeluk kan het gordelmateriaal van de
veiligheidsgordel die op dat moment werd
gedragen beschadigd raken. Een
beschadigde veiligheidsgordel kan tijdens
een aanrijding geen voldoende
bescherming bieden. Laat een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur alle veiligheidsgordelsystemen
die tijdens een aanrijding in gebruik waren
inspecteren alvorens deze weer in gebruik
te nemen.
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk
vernieuwen als de voorspanner of
drukbegrenzer geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur de
voorspanners van de veiligheidsgordels en
de airbags inspecteren. Juist zoals de
airbags functioneren de voorspanners en
drukbegrenzers van de veiligheidsgordels
slechts eenmaal en moeten deze na elke
botsing waarbij deze geactiveerd werden
worden vernieuwd. Als de voorspanners en
drukbegrenzers van de veiligheidsgordels
niet vernieuwd worden, zal het risico van
letsel bij een botsing toenemen.
Dragen van de schoudergordel:
Een schoudergordel die op verkeerde wijze
wordt gedragen is gevaarlijk. Zorg er steeds
voor dat de schoudergordel over uw
schouder en in de nabijheid van uw nek
wordt geplaatst, maar nooit onder de arm,
op de nek zelf of op de bovenarm.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
Dragen van de heupgordel:
Een heupgordel die te hoog wordt
gedragen is gevaarlijk. Bij een aanrijding
wordt de schok van de botsing dan
rechtstreeks op de onderbuik overgebracht,
hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken.
Zorg er voor dat de heupgordel
nauwsluitend past en draag deze zo laag
mogelijk om de heupen.
Instructies voor gebruik van de
veiligheidsgordels:
Veiligheidsgordels dienen op het
beenderstelsel van het lichaam te drukken
en behoren laag om de voorzijde van het
bekken, of om het bekken, de borst en
schouders gedragen te worden, al
naargelang van toepassing; het dragen
van de heupgordel rondom de buik dient
vermeden te worden.
Veiligheidsgordels behoren zo
nauwsluitend mogelijk afgesteld te
worden, in overeenstemming met comfort,
om de bescherming te kunnen bieden
waarvoor zij bestemd zijn. Een gordel die
niet voldoende gespannen is zal de drager
ervan aanzienlijk minder bescherming
kunnen bieden.
Zorg ervoor verontreiniging van het
gordelmateriaal door
schoonmaakmiddelen, olie en chemische
middelen, in het bijzonder accuzuur, te
voorkomen. De gordels kunnen het
veiligste gereinigd worden met een
oplossing van zachte zeep en water.
Vernieuw de gordels als het materiaal
gerafeld, verontreinigd of beschadigd is.
Het is belangrijk de veiligheidsgordels als
geheel te vernieuwen nadat deze bij een
ernstige botsing zijn gedragen, ook als
beschadiging van het gordelsysteem niet
duidelijk waarneembaar is.
2-25

Advertenties

loading