Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Bij op- en afritten van snelwegen, in- en
uitrijden van tankstations en
parkeerplaatsen langs snelwegen (als u
een snelweg verlaat terwijl de
volgafstandregeling in gebruik is, wordt
het voorliggende voertuig niet langer
gevolgd en bestaat de kans dat uw auto
tot aan de ingestelde rijsnelheid
accelereert).
Gladde wegen zoals met ijs of sneeuw
bedekte wegen (de banden kunnen gaan
slippen waardoor u de macht over het
stuur kunt verliezen, of waarbij de
in-stilstandpositie-houden regeling
mogelijk niet werkt).
Lange aflopende hellingen (voor het
aanhouden van de afstand tussen
voertuigen worden de remmen
automatisch en continu door het
systeem in werking gesteld, hetgeen
verlies van remkracht tot gevolg kan
hebben).
Er zijn tweewielige voertuigen zoals
motorfietsen of fietsen voor u.
Steile hellingen (het voorliggende
voertuig wordt mogelijk niet juist
gedetecteerd, uw auto kan slippen
wanneer deze wordt gestopt door de
in-stilstandpositie-houden regeling, en
uw auto kan onverwacht accelereren
nadat deze begint te rijden).
4-146
Met het oog op de veiligheid, het MRCC
systeem uitschakelen wanneer het niet
wordt gebruikt.
OPGELET
Als uw auto gesleept wordt of als u een
aanhanger trekt, het MRCC systeem
uitschakelen om onverwachte effecten te
voorkomen.
OPMERKING
Het MRCC systeem detecteert de
volgende zaken niet als fysieke
voorwerpen.
Voertuigen die naderen vanuit
tegenovergestelde richting
Voetgangers
Stilstaande objecten (stilstaande
voertuigen, obstakels)
Als een voorliggend voertuig met
buitengewoon lage snelheid rijdt,
bestaat de kans dat het systeem dit
niet correct bespeurt.
Wanneer zich een structuur op de weg
bevindt of een object (zoals een
monorail) op lage hoogte vanaf de
grond voor het voertuig, dan zal het
systeem mogelijk in werking treden.
Gebruik het MRCC systeem daarom
niet.
Gebruik het MRCC systeem niet onder
omstandigheden waarbij de
waarschuwingen voor korte volgafstand
veelvuldig geactiveerd worden.