OPMERKING
Voor het opnieuw activeren van de
inbraaksensor, het anti-diefstal
beveiligingssysteem uitschakelen en dit
vervolgens opnieuw in staat van
paraatheid brengen.
De inbraaksensor is in werking wanneer
het anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is gebracht. Voor
het annuleren van de inbraaksensor, op
de annuleertoets van de inbraaksensor
drukken wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht.
▼ Uitschakelen van een in staat van
paraatheid gebracht systeem
Een systeem dat in staat van paraatheid is
gebracht kan uitgeschakeld worden met
gebruik van een van onderstaande
methodes:
De ontgrendeltoets op de zender
ingedrukt wordt.
Starten van de motor met de
startdrukknop.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Aanraken van het detectiegebied van
de aanraaksensor voor
portierontgrendeling.
De waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
Beveiligingssysteem
OPMERKING
Wanneer de portieren ontgrendeld worden
door het indrukken van de ontgrendeltoets
op de zender terwijl het anti-diefstal
beveiligingssysteem uitgeschakeld is,
zullen de waarschuwingsknipperlichten
tweemaal knipperen om aan te geven dat
het systeem uitgeschakeld is.
▼ Stopzetten van het
waarschuwingsalarm
Een geactiveerd alarm kan uitgeschakeld
worden met gebruik van een van
onderstaande methodes:
De ontgrendeltoets op de zender
ingedrukt wordt.
Starten van de motor met de
startdrukknop.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Aanraken van het detectiegebied van
de aanraaksensor voor
portierontgrendeling.
Indrukken van de elektrische
achterklepopener wanneer u de sleutel
meedraagt.
De waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
Alvorens te gaan rijden
3-45