Tussen twee programmaregels met verschillende
radiuscorrecties RR en RL moet minstens één regel
zonder radiuscorrectie met R0 staan.
Een radiuscorrectie wordt aan het einde van de regel
actief, waarin zij voor de eerste keer geprogrammeerd
werd.
Bij de eerste regel met radiuscorrectie RR/RL en bij het
opheffen met R0 positioneert de TNC het gereedschap
altijd loodrecht op het geprogrammeerde start- en
eindpunt. Positioneer het gereedschap zo voor het
eerste contourpunt resp. achter het laatste contourpunt,
dat de contour niet wordt beschadigd.
Ingave van de radiuscorrectie
Bij de programmering van een baanbeweging verschijnen na het
ingeven van de coördinaten, onderstaande vragen:
Radiuscorr.: RL/RR/geen corr. ?
<
Gereedschapsverplaatsing links van de
geprogrammeerde contour: softkey RL
indrukken of
Gereedschapsverplaatsing rechts van de
geprogrammeerde contour: softkey RR
indrukken of
Gereedschapsverplaatsing zonder
radiuscorrectie resp. radiuscorrectie opheffen:
ENT-toets indrukken
Dialoog beëindigen: END-toets indrukken.
80
Y
RL
Y
RR
5 Programmeren: gereedschappen
X
X