Voor het zwenken van het bewerkingsvlak zijn twee functies
beschikbaar.
Handmatig zwenken met de softkey 3D ROT in de werkstanden
handbediening en el. handwiel (navolgend omschreven)
Gestuurd zwenken, cyclus 19 BEWERKINGSVLAK in het
bewerkingsprogramma: zie „8.7 Cycli voor
coördinatenomrekening" .
De TNC-functies voor het „zwenken van het bewerkingsvlak" zijn
coördinatentransformaties. Daarbij staat het bewerkingsvlak altijd
loodrecht op de richting van de gereedschapsas.
In principe onderscheidt de TNC bij het zwenken van het
bewerkingsvlak twee machinetypes:
Machine met zwenktafel
Het werkstuk moet door overeenkomstige positionering van de
zwenktafel, b.v. met een L -regel, in de gewenste
bewerkingspositie gebracht worden.
De positie van de getransformeerde gereedschapsas verandert
ten opzichte van het machinevaste coördinatensysteem niet. Als
de tafel – dus het werkstuk – b.v. 90° draait, dan draait het
coördinatensysteem niet mee. Als in de werkstand
handbediening de asrichtingstoets Z+ ingedrukt wordt, dan
verplaatst het gereedschap zich ook in de richting Z+.
De TNC houdt voor de berekening van het getransformeerde
coördinatensyst. alleen rekening met mechanisch bepaalde
verstellingen van de betreffende zwenktafel – zg.
„translatorische" delen.
Machine met zwenkkop
Het gereedschap moet door overeenkomstige positionering van
de zwenkkop, b.v. met een L -regel, in de gewenste
bewerkingspositie gebracht worden.
De positie van de gezwenkte (getransformeerde) gereedschapsas
verandert ten opzichte van het machinevaste
coördinatensysteem: wanneer de zwenkkop van de machine –
dus het gereedschap – b.v. in de B-as +90° gedraaid wordt, dan
draait het coördinatensysteem mee. Als in de werkstand
handbediening de asrichtingstoets Z+ ingedrukt wordt, dan
verplaatst het gereedschap zich in de richting X+ van het
machinevaste coördinatensysteem.
De TNC houdt voor de berekening van het getransformeerde
coördinatensysteem rekening met mechanisch bepaalde
verstellingen van de zwenkkop („translatorische" delen) en met
verstellingen die door het zwenken van het gereedschap zijn
ontstaan (3D-gereedschapslengtecorrectie).
20
2 Handbediening en uitrichten