Voorbeeld: basisberekeningen programmeren
Q-parameterfuncties kiezen: toets Q indrukken
<
Wiskundige basisfuncties kiezen: softkey
BASISFUNCT. indrukken
<
Q-parameterfunctie TOEWIJZING kiezen: softkey
FN0 X = Y indrukken
Parameternr. voor resultaat ?
<
5
Nummer van de Q-parameter ingeven: 5
waarde of parameter?
<
10
Aan Q5 de getalwaarde 10 toewijzen
Q-parameterfuncties kiezen: toets Q indrukken
<
Wiskundige basisfuncties kiezen: softkey
BASISFUNCT. indrukken
<
Q-parameterfunctie VERMENIGVULDIGEN
kiezen: softkey FN3 X ∗ Y indrukken
Parameternr. voor resultaat ?
12
Nummer van de Q-parameter ingeven: 12
waarde of parameter?
Q5
Q5 als eerste waarde ingeven
2 waarde of parameter?
7
7 als tweede waarde ingeven
256
10 Programmeren: Q-parameters