Overdracht van het gemarkeerde blok naar een ander bestand
Het tekstblok zoals reeds beschreven, markeren.
Softkey TOEVOEGEN AAN BESTAND indrukken
de TNC toont de dialoog doelbestand =
Pad en naam van het doelbestand ingeven. De TNC
voegt het gemarkeerde tekstblok toe aan het
doelbestand. Wanneer er geen doelbestand met de
ingegeven naam bestaat, dan schrijft de TNC de
gemarkeerde tekst in een nieuw bestand.
Ander bestand op de cursorpositie tussenvoegen
De cursor op de plaats in de tekst zetten, waar een ander
tekstbestand tussengevoegd moet worden.
Softkey TUSSENVOEGEN VAN BESTAND indrukken
de TNC toont de dialoog bestandsnaam =
Pad en naam van het bestand ingeven, dat
tussengevoegd moet worden.
Tekstdelen zoeken
De zoekfunctie van de tekstbewerker vindt woorden en tekens in
de tekst. Dit gebeurt op twee verschillende manieren.
1. Actuele tekst zoeken
De zoekfunctie moet een woord vinden, dat overeenkomt met het
woord waar de cursor op staat:
Cursor op het gewenste woord zetten.
Zoekfunctie kiezen: softkey ZOEKEN indrukken.
Softkey ACTUELE WOORD ZOEKEN indrukken.
2. Willekeurig tekst zoeken
Zoekfunctie kiezen: softkey ZOEKEN indrukken
De TNC toont de dialoog zoek tekst:
Gezochte tekst ingeven.
Tekst zoeken: softkey UITVOEREN indrukken.
De zoekfunctie verlaten met de softkey EINDE.
62
4 Programmeren: basisbegrippen, bestandsbeheer,
programmeerondersteuning, palletsbeheer