VOORBOREN (cyclus 21)
De TNC houdt geen rekening met een in een TOOL
CALL -regel geprogrammeerde deltawaarde DR voor de
berekening van insteekpunten.
Cyclusafloop
Zoals cyclus 1 diepboren (zie „8.2 Boorcycli").
Toepassing
Cyclus 21 VOORBOREN houdt voor de insteekpunten rekening met
overmaat voor kantnabewerking en overmaat voor
dieptenabewerking, alsook radius van het uitruimgereedschap. De
insteekpunten zijn gelijktijdig de startpunten voor het uitruimen.
Diepte-instelling Q10 (incrementeel): maat, die
betrekking heeft op de verplaatsing van het
gereedschap (voorteken bij negatieve werkrichting „–").
Aanzet diepteverplaatsing Q11: booraanzet in
mm/min.
Uitruimgereedschap nummer Q13:
gereedschapsnummer van het uitruimgereedschap.
NC-voorbeeldregels:
58
Y L DEF 21.0 VOORBOREN
Q10=+5
;DIEPTE-INSTELLING
Q11=100
;AANZET DIEPTEVERPL.
Q13=1
;UITRUIMGEREEDS HAP
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
Y
X
197