Voorpositioneren
Positioneer het gereedschap aan het begin van een
bewerkingsprogramma zo voor, dat een beschadiging van
gereedschap en werkstuk uitgesloten is.
Het maken van programmaregels met de baanfunctietoetsen
Met de grijze baanfunctietoetsen wordt de klaartekst-dialoog
geopend. De TNC vraagt na elkaar alle informatie en voegt de
programmaregel aan het bewerkingsprogramma toe.
Voorbeeld – programmeren van een rechte:
Programmeerdialoog openen: b.v. rechte
Coördinaten ?
<
10
Coördinaten van het eindpunt van de rechte
ingeven
5
Radiuscorr.: R /RR/geen corr.?
<
Radiuscorr. kiezen: b.v softkey RL indrukken, het
gereedschap verplaatst links van de contour
Aanzet F=? / F MAX = ENT
<
100
Aanzet ingeven en d.m.v. de ENT-toets
bevestigen: b.v. 100 mm/min. Bij INCH-
programmering: ingave van 100 komt overeen
met een aanzet van 10 inch/min.
in ijlgang verplaatsen: softkey FMAX indrukken,
of
met automatisch berekende aanzet verplaatsen
(snijgegevenstabellen): softkey FAUTO
indrukken
Additionele M-functie ?
<
3
Additionele M-functie, b.v. M3 ingeven en de
dialoog met de ENT-toets afsluiten
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
Het bewerkingsprogramma toont de regel:
X+10 Y+5 R
F100 M3
95