Tabel voor werkstukmaterialen
Werkstukmaterialen worden in de tabel WMAT.TAB gedefinieerd
(zie afbeelding rechts in het midden). WMAT.TAB staat standaard in
de directory TNC:\ opgeslagen en kan willekeurig veel
materiaalnamen bevatten. De materiaalnaam mag maximaal 32
tekens (incl. spaties) lang zijn. De TNC toont de inhoud van de
kolom NAAM, wanneer in het programma het werkstukmateriaal
wordt vastgelegd (zie volgend gedeelte).
Wanneer de standaard materialentabel veranderd wordt,
moet deze naar een andere directory gekopieerd wor-
den. Anders worden uw veranderingen bij een software-
update door standaard gegevens van HEIDENHAIN
overschreven. Definieer dan het pad in het bestand
TNC.SYS met het sleutelwoord WMAT= (zie
„Configuratiebestand TNC.SYS" verderop in dit
hoofdstuk).
Om te voorkomen dat gegevens verloren gaan, moet het
bestand WMAT.TAB regelmatig worden opgeslagen.
Werkstukmateriaal in het NC-programma vastleggen
In het NC-programma wordt de grondstof gekozen via de softkey
WMAT uit de tabel WMAT.TAB:
Werkstukmateriaal programmeren: in de werkstand
programmeren/bewerken de softkey WMAT
indrukken.
Tabel WMAT.TAB tonen: softkey GRONDSTOF KIEZEN
indrukken, de TNC toont in een overlappend venster
de grondstoffen, die in WMAT.TAB zijn opgeslagen.
Werkstukmateriaal kiezen: zet de lichtbalk met de
pijltoetsen op het gewenste materiaal en bevestig
met de ENT-toets. De TNC neemt de grondstof over in
de WMAT-regel. Om sneller in de gereedschapstabel
te kunnen bladeren, drukt u op de SHIFT-toets en dan
op de pijltoets. De TNC bladert dan per pagina
Dialoog beëindigen: END-toets indrukken.
Wanneer in een programma de WMAT-regel veranderd
wordt, komt de TNC met een waarschuwing. Controleer
of de in de TOOL CALL -regel opgeslagen snijgegevens
nog geldig zijn.
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
85