Gereedschapstabellen bewerken
De voor de programma-afloop geldende gereedschapstabel heeft
de bestandsnaam TOOL.T. TOOL T moet in de directory TNC:\
opgeslagen zijn en kan in een machinewerkstand bewerkt worden.
Gereedschapstabellen die gearchiveerd moeten worden of voor
programmatest worden ingezet, krijgen een andere bestandsnaam
met de extensie .T.
Gereedschapstabel TOOL.T openen:
Willekeurige machinewerkstand kiezen.
Gereedschapstabel kiezen: softkey GEREED.TABEL
indrukken.
Softkey BEWERKEN op „AAN" zetten
Willekeurige andere gereedschapstabel openen:
Werkstand programmeren/bewerken kiezen.
Bestandsbeheer oproepen.
Keuze van bestandstypen weergeven: softkey TYPE
KIEZEN indrukken.
Bestanden van type T tonen: softkey WEERGEVEN.T
indrukken.
Kies een bestand of geef een nieuwe bestandsnaam
in. Bevestig d.m.v. de ENT-toets of met de softkey
KIEZEN.
Wanneer een gereedschapstabel voor het bewerken is geopend,
dan kan de lichtbalk in de tabel met de pijltoetsen of met de
softkeys op elke willekeurige plaats gezet worden (zie afbeelding
rechtsboven). Op een willekeurige positie kunnen de opgeslagen
waarden geschreven worden of kunnen nieuwe waarden
ingegeven worden. Extra bewerkingsfuncties kunnen uit de tabel
op de volgende bladzijde afgelezen worden.
Als de TNC de posities niet allemaal tegelijkertijd kan weergeven,
dan verschijnt er in de balk boven in de tabel, het symbool „>>"
resp. „<<" .
Gereedschapstabel verlaten:
Bestandsbeheer oproepen en een bestand van een ander type
kiezen, b.v. een bewerkingsprogramma.
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
73