Voorbeeld: cilindermantel
Cilinder centrisch op de rondtafel
opgespannen.
Referentiepunt ligt in het midden van de
rondtafel.
0
BEGIN PGM
27 MM
1
TOOL DEF 1 L+0 R+3,5
2
TOOL
ALL 1 Y S2000
3
L Y+250 R0 FMAX
4
L X+0 R0 FMAX
5
Y L DEF 14.0
ONTOUR
6
Y L DEF 14.1
ONTOURLABEL 1
7
Y L DEF 27.0
ILINDERMANTEL
Q1=-7
;FREESDIEPTE
Q3=+0
;OVERMAAT ZIJKANT
Q6=2
;VEILIGHEIDSAFSTAND
Q10=4
;DIEPTE-INSTELLING
Q11=100
;AANZET DIEPTEVERPL.
Q12=250
;AANZET FREZEN
Q16=25
;RADIUS
Q17=1
;MAATEENHEID
8
L
+0 R0 F MAX M3
9
Y L
ALL
10
L Y+250 R0 F MAX M2
210
Z
60
20
30
50
Gereedschapsdefinitie
Gereedschapsoproep, gereedschapsas Y
Gereedschap terugtrekken
Gereedschap naar het midden van de rondtafel positioneren
Contouronderprogramma vastleggen
Bewerkingsparameters vastleggen
Rondtafel voorpositioneren
Cyclusoproep
Gereedschap terugtrekken, einde programma
C
157
8 Programmeren: cycli