Verlaten via een cirkelbaan
met tangentiale aansluiting: DEP CT
De TNC verplaatst het gereedschap via een cirkelbaan vanaf het
laatste contourpunt P
naar eindpunt P
E
tangentiaal op het laatste contourelement aan.
Laatste contourelement met eindpunt P
programmeren.
Dialoog met toets APPR/DEP en softkey DEP CT openen.
Radius R van de cirkelbaan.
Het gereedschap moet zich bij het verlaten langs de
zijkant van het werkstuk verplaatsen, die door de
radiuscorrectie is vastgelegd: R positief ingeven.
Het gereedschap moet zich bij het verlaten langs de
zijkant van het werkstuk verplaatsen, die niet door de
radiuscorrectie is vastgelegd: R negatief ingeven.
Middelpuntshoek CCA van de cirkelbaan.
NC-voorbeeldregels
23
Y+20 RR F100
24 DEP CT CCA 180 R+8 F100
25
Z+100 FMAX M2
Verlaten via een cirkelbaan met tangentiale
aansluiting op contour en rechte: DEP LCT
De TNC verplaatst het gereedschap via een cirkelbaan vanaf het
laatste contourpunt P
naar hulppunt P
E
via een rechte naar eindpunt P
rechte van P
– P
hebben tangentiale overgangen met de
H
N
cirkelbaan. Zo wordt de cirkelbaan al door radius R duidelijk
vastgelegd.
Laatste contourelement met eindpunt P
programmeren.
Dialoog met toets APPR/DEP en softkey DEP LCT openen.
Coördinaten van eindpunt P
Radius R van de cirkelbaan
R positief ingeven.
NC-voorbeeldregels
23
Y+20 RR F100
24 DEP
CT X+10 Y+12 R+8 F100
25
Z+100 FMAX M2
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
. De cirkelbaan sluit
N
en radiuscorrectie
E
. Van daaruit verplaatst het
H
. Het laatste contourelement en de
N
en radiuscorrectie
E
ingeven
N
Y
P
N
R0
20
180°
Laatste contourelement: P
met radiuscorrectie
E
Middelpuntshoek =180°, cirkelbaanradius=10 mm
Z terugtrekken, terugspringen, einde programma
Y
20
12
P
H
P
N
R0
R0
10
Laatste contourelement: P
met radiuscorrectie
E
Coördinaten P
, cirkelbaanradius = 10 mm
N
Z terugtrekken, terugspringen, einde programma
RR
P
E
RR
X
RR
P
E
RR
X
101