De TNC toont onderstaande programmaregels:
6 FN0: Q5 = + 0
7 FN3: Q 2 = +Q5 * +7
10.4 Hoekfuncties (trigonometrie)
Sinus, cosinus en tangens komen overeen met de
zijdeverhoudingen van een rechthoekige driehoek. Daarbij geldt:
sin α = a / c
sinus:
cosinus: cos α = b / c
tangens: tan α = a / b = sin α / cos α
Daarbij is
c de zijde tegenover de rechte hoek
a de zijde tegenover hoek
b de derde zijde
Uit de tangens kan de hoek door de TNC bepaald worden:
α = arctan α = arctan (a / b) = arctan (sin α / cos α)
Voorbeeld:
a = 10 mm
b = 10 mm
α = arctan (a / b) = arctan 1 = 45°
Verder geldt:
a
+ b
= c
(met a
= a x a)
2
2
2
2
c = √ (a
+ b
)
2
2
Het programmeren van hoekfuncties
De hoekfuncties verschijnen d.m.v. het indrukken van de softkey
HOEKFUNCT. De TNC toont de softkeys: zie tabel rechts.
Programmering: zie „Voorbeeld: basisberekeningen
programmeren" .
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
c
α
b
Functie
FN6: SINUS
b.v. FN6: Q20 = SIN–Q5
Sinus van een hoek in graden (°)
bepalen en toewijzen
FN7: COSINUS
b.v. FN7: Q21 = COS–Q5
Cosinus van een hoek in graden (°)
bepalen en toewijzen
FN8: WORTEL UIT SOM KWADRATEN
b.v. FN8: Q10 = +5 LEN +4
Lengte uit twee waarden vormen
en toewijzen
FN13: HOEK
b.v. FN13: Q20 = +10 ANG–Q1
Hoek met arctan uit twee zijden
of sin en cos van de hoek
(0 < hoek < 360°) bepalen
en toewijzen
a
Softkey
257