FN19: PLC
Waarde aan PLC doorgeven
Met de functie FN19: PLC kunnen maximaal twee getalwaarden of
Q-parameters aan de PLC worden doorgegeven.
Stapgrootten en eenheden: 0,1 µm resp. 0,0001°
Voorbeeld: getalwaarde 10 (komt overeen met 1µm resp. 0,001°) aan de
PLC doorgeven
56 FN
9: PLC=+ 0/+Q3
FN20: WAIT FOR
NC en PLC synchroniseren
Deze functie mag alleen in overleg met uw
machinefabrikant toegepast worden!
Met de functie FN20: WAIT FOR kan tijdens de programma-afloop
een synchronisatie tussen NC en PLC uitgevoerd worden. De NC
stopt met het afwerken, totdat er aan de voorwaarde voldaan is, die
in de FN20-regel geprogrammeerd is. De TNC kan daarbij
onderstaande PLC-operanden controleren:
PLC-operand
Afkorting
Merker
M
Ingang
I
Uitgang
O
Teller
C
Timer
T
Byte
B
Woord
W
Dubbelwoord
D
In de FN20-regel zijn onderstaande voorwaarden toegestaan:
Voorwaarde
Afkorting
Gelijk
==
Kleiner dan
<
Groter dan
>
Kleiner of gelijk
<=
Groter of gelijk
>=
Voorbeeld: pgm.-afloop stoppen, totdat de PLC de merker 4095 op
1 zet
32 FN20: WAIT FOR M4095==
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
Adresbereik
0 t/m 4999
0 t/m 31, 128 t/m 152
64 t/m 126 (eerste PL 401 B)
192 t/m 254 (tweede PL 401 B)
0 t/m 30
32 t/m 62 (eerste PL 401 B)
64 t/m 94 (tweede PL 401 B)
48 t/m 79
0 t/m 95
0 t/m 4095
0 t/m 2047
2048 t/m 4095
FN25: PRESET
Nieuw referentiepunt vastleggen
Deze functie kan alleen worden
geprogrammeerd, wanneer u
sleutelgetal 555343 heeft ingegeven (zie
„12.3 Sleutelgetal ingeven").
Met de functie FN 25: PRESET kunt u tijdens de
programma-afloop in een kiesbare as een nieuw
referentiepunt vastleggen.
Q-parameterfunctie kiezen: toets Q indrukken (op
het toetsenbord voor getalingave, rechts). De
softkey-balk toont de Q-parameterfuncties.
Additionele functies kiezen: softkey SPECIALE
FUNCT. indrukken.
FN25 kiezen: softkeybalk op het tweede vlak
schakelen, softkey FN25 REF . PT. VASTLEGGEN
indrukken
As?: as ingeven waarin u een nieuw
referentiepunt wilt vastleggen, met ENT-toets
bevestigen
Om te rekenen waarde?: coördinaat in het actieve
coördinatensysteem ingeven, waar u het nieuwe
referentiepunt wilt vastleggen
Nieuw referentiepunt?: coördinaat ingeven die de
om te rekenen waarde in het nieuwe
coördinatensysteem moet hebben
Voorbeeld: nieuw referentiepunt op de actuele
coördinaat X+100 vastleggen
56 FN 25: PRESET = X / + 00 / +0
Voorbeeld: de actuele coördinaat Z+50 moet in het
nieuwe coördinatensysteem de waarde -20 hebben
56 FN 25: PRESET = Z / +50 / -20
269