Rechte LP
Het gereedschap verplaatst via een rechte van zijn actuele positie
naar het eindpunt van de rechte. Het startpunt is het eindpunt van
de voorafgaande regel.
Poolcoördinaten-radius PR: afstand van het eindpunt
van de rechte t.o.v. pool CC ingeven.
Poolcoördinatenhoek PA: hoekpositie van het
eindpunt van de rechte tussen –360° en +360°.
Het voorteken van PA wordt door de hoekreferentie-
as vastgelegd:
hoek van de hoekreferentie-as naar PR tegen de
richting van de wijzers van de klok: PA>0
hoek van de hoekreferentie-as naar PR in de richting
van de wijzers van de klok: PA<0.
NC-voorbeeldregels
12 CC X+45 Y+25
13
P PR+30 PA+0 RR F300 M3
14
P PA+60
15
P IPA+60
16
P PA+180
Cirkelbaan CP om pool CC
De poolcoördinaten-radius PR is tevens radius van de cirkelboog.
PR wordt door de afstand van het startpunt t.o.v. pool CC
vastgelegd. De laatst geprogrammeerde gereedschapspositie voor
de CP-regel, wordt het startpunt van de cirkelbaan.
Poolcoördinaten-hoek PA: hoekpositie van het
eindpunt van de cirkelbaan tussen –5400° en
+5400°.
Rotatierichting DR
NC-voorbeeldregels
18 CC X+25 Y+25
19
P PR+20 PA+0 RR F250 M3
20 CP PA+180 DR+
Bij incrementele coördinaten moet voor DR en PA
hetzelfde voorteken ingegeven worden.
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
Y
60°
25
CC
45
Y
25
CC
25
60°
X
X
113