9 PROGRAMMEREN: ONDERPROGRAMMA'S EN HERHALING VAN PROGRAMMADELEN 239
9.1 Onderprogramma's en herhaling van programmadelen kenmerken 240
9.2 Onderprogramma's 240
9.3 Herhaling van programmadeel 241
9.4 Willekeurig programma als onderprogramma 242
9.5 Nestingen 243
Onderprogramma in een onderprogramma 243
Herhaling van programmadelen herhalen 244
Onderprogramma herhalen 245
9.6 Programmeervoorbeelden 246
Voorbeeld: contourfrezen in meerdere verplaatsingen 246
Voorbeeld: boorgroepen 247
Voorbeeld: boorgroepen met meerdere gereedschappen 248
10 PROGRAMMEREN: Q-PARAMETERS 251
10.1 Het principe en een functie-overzicht 252
10.2 Productfamilies – Q-parameters in plaats van getalwaarden 254
10.3 Contouren d.m.v. wiskundige functies beschrijven 255
10.4 Hoekfuncties (trigonometrie) 257
10.5 Cirkelberekeningen 258
10.6 Indien/dan-beslissingen met Q-parameters 259
10.7 Q-parameters controleren en veranderen 260
10.8 Additionele functies 261
10.9 Formule direct ingeven 270
10.10 Vooraf bezette Q-parameters 273
10.11 Programmeervoorbeelden 276
Voorbeeld: ellips 276
Voorbeeld: cilinder concaaf met radiusfrees 278
Voorbeeld: kogel convex met stiftfrees 280
11 PROGRAMMATEST EN PROGRAMMA-AFLOOP 283
11.1 Grafische weergaven 284
11.2 Functies voor programmaweergave voor de programma-afloop/programmatest 289
11.3 Programmatest 289
11.4 Pgm.-afloop 291
11.5 Regels overslaan 296
X
Inhoud