U heeft de volgende functies tot uw beschikking om verschillende
informatie gelijk met het protocolbestand te kunnen printen:
Sleutelwoord
Functie
CALL_PATH
Print de padnaam van het NC-programma,
waarin de functie FN16 staat.
Voorbeeld: "Meetprogramma:
%S" ,CALL_PATH;
M_CLOSE
Sluit het bestand waarin met FN16 wordt
geschreven.
Voorbeeld: M_CLOSE;
L_ENGELS
Tekst alleen bij dialoogtaal Engels printen
L_GERMAN
Tekst alleen bij dialoogtaal Duits printen
L_CZECH
Tekst alleen bij dialoogtaal Tsjechisch printen
L_FRENCH
Tekst alleen bij dialoogtaal Frans printen
L_ITALIAN
Tekst alleen bij dialoogtaal Italiaans printen
L_SPANISH
Tekst alleen bij dialoogtaal Spaans printen
L_DANISH
Tekst alleen bij dialoogtaal Deens printen
L_FINNISH
Tekst alleen bij dialoogtaal Fins printen
L_DUTCH
Tekst alleen bij dialoogtaal Ned. printen
L_POLISH
Tekst alleen bij dialoogtaal Pools printen
L_HUNGARIA
Tekst alleen bij dialoogtaal Hongaars printen
L_ALL
Tekst ongeacht de dialoogtaal printen
In het bewerkingsprogramma moet FN16: F-PRINT
geprogrammeerd worden, om de uitgave te activeren:
96 FN 6:F-PRINT TNC:\MASKER\MASKER .A / RS232:\PROT .TXT
De TNC geeft dan het bestand PROT1.TXT via de seriële data-
interface uit:
MEETPROTOCOL ZWAARTEPUNT SCHOEPENRAD
AANTAL MEETWAARDEN : =
*******************************************
X
=
49,360
Y
= 25,509
Z
= 37,000
*******************************************
Wanneer FN 16 meerdere keren in het pgm. wordt
toegepast, slaat de TNC alle teksten in het bestand op,
die bij de eerste FN 16-functie zijn vastgelegd. De
uitgave van het bestand gebeurt pas, wanneer de TNC
de regel END PGM leest, of wanneer de NC-stop-toets
wordt ingedrukt.
264
10 Programmeren: Q-parameters