Gereedschapswissel
De gereedschapswissel is een machine-afhankelijke
functie. Raadpleeg het machinehandboek!
Positie voor de gereedschapswissel
De positie voor de gereedschapswissel moet zonder
botsingsgevaar te benaderen zijn. Met de additionele M-functies
M91 en M92 kan een machinevaste wisselpositie ingegeven
worden. Wanneer voor de eerste gereedschapsoproep TOOL CALL
0 is geprogrammeerd, dan verplaatst de TNC de opnameschacht in
de spilas naar een positie die onafhankelijk is van de
gereedschapslengte.
Handmatige gereedschapswissel
Voor een handmatige gereedschapswissel wordt de spil gestopt en
het gereedschap naar de positie voor de gereedschapswissel
verplaatst:
Gereedschapswisselpositie geprogrammeerd benaderen.
Programma-afloop onderbreken, zie „11.4 Programma-afloop+.
Gereedschap wisselen.
Programma-afloop voortzetten, zie „11.4 Programma-afloop" .
Automatische gereedschapswissel
Bij automatische gereedschapswissel wordt de programma-afloop
niet onderbroken. Bij een gereedschapsoproep met TOOL CALL
verwisselt de TNC het gereedschap uit het gereedschapsmagazijn.
Automatische gereedschapswissel
bij het overschrijden van de standtijd: M101
M101 is een machine-afhankelijke functie. Raadpleeg het
machinehandboek!
Als de standtijd van een gereedschap TIME1 of TIME2 bereikt,
verwisselt de TNC automatisch het gereedschap voor een
zustergereedschap. Hiervoor moet aan het begin van het
programma de additionele M-functie M101 geactiveerd worden. De
werking van M101 wordt d.m.v. M102 opgeheven.
De automatische gereedschapswissel begint niet altijd direct na het
verstrijken van de standtijd, echter enkele programmaregels later,
afhankelijk van de belasting van de besturing.
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
Voorwaarden voor standaard NC-regels met
radiuscorrectie R0, RR, RL
De radius van het zustergereedschap moet gelijk
zijn aan de radius van het oorspronkelijk gebruikte
gereedschap. Wanneer dit niet het geval is, meldt
de TNC dit en verwisselt het gereedschap niet.
Voorwaarden voor NC-regels met
vlaknormaalvectoren en 3D-correctie (zie
hoofdstuk 5.4 „Driedimensionele
gereedschapscorrectie")
De radius van het zustergereedschap mag afwijken
van de radius van het originele gereedschap. Er
wordt geen rekening mee gehouden in de, door het
CAD-systeem verzonden, programmaregels.
Deltawaarde (DR) kan in de gereedschapstabel of in
de TOOL CALL-regel worden ingegeven.
Wanneer DR groter is dan nul, meldt de TNC dit en
wordt het gereedschap niet verwisseld. Met de M-
functie M107 wordt deze melding onderdrukt; met
M108 wordt hij weer geactiveerd.
77