Programmatest uitvoeren
Bij het actieve centrale gereedschapsgeheugen moet voor de
programmatest een gereedschapstabel geactiveerd zijn (status S).
Kies hiervoor in de werkstand programmatest via bestandsbeheer
(PGM MGT) een gereedschapstabel uit.
Met de MOD-functie RUWDEEL IN WERKBER. wordt voor de
programmatest een controle van het werkbereik geactiveerd (zie
„12 MOD-functies, ruwdeel in werkbereik weergeven").
Werkstand programmatest kiezen.
Bestandsbeheer met toets PGM MGT tonen en
bestand kiezen, dat getest moet worden of
Begin van het programma kiezen: met toets GOTO
regel „0" kiezen en ingave met ENT-toets bevestigen.
De TNC toont onderstaande softkeys:
Functies
Totale programma testen
Elke programmaregel afzonderlijk testen
Ruwdeel afbeelden en totale programma testen
Programmatest stoppen
Programmatest tot aan een bepaalde regel uitvoeren
Met STOP BIJ N voert de TNC de programmatest alleen tot aan de
regel met regelnummer N uit.
In de werkstand programmatest het begin van het programma
kiezen.
Programmatest tot een bepaalde regel kiezen:
softkey STOP BIJ N indrukken.
Stop bij N: regelnummer ingeven, waar de
programmatest gestopt moet worden.
Programma: naam van het programma ingeven,
waarin de regel met het gekozen regelnummer staat;
de TNC toont de naam van het gekozen programma;
wanneer de programmastop in een met PGM CALL
opgeroepen programma moet plaatsvinden, dan deze
naam registreren.
Herhalingen: het aantal herhalingen ingeven, dat
uitgevoerd moet worden, indien N binnen een
herhaling van een programmadeel staat.
Gedeelte van het programma testen: softkey START
indrukken; de TNC test het programma t/m de
ingegeven regel.
290
Softkey
11 Programmeren: Q-parameters