8.5 SL-cycli 191
CONTOUR (cyclus 14) 193
Overlappende contouren 193
CONTOURGEGEVENS (cyclus 20) 195
VOORBOREN (cyclus 21) 197
UITRUIMEN (cyclus 22) 198
NABEWERKEN DIEPTE (cyclus 23) 199
NABEWERKEN ZIJKANT (cyclus 24) 199
CONTOURREEKS (cyclus 25) 200
CILINDERMANTEL (cyclus 27) 202
Voorbeeld: kamer uitruimen en naruimen 205
Voorbeeld: overlappende contouren voorboren, voorbewerken, nabewerken 206
Voorbeeld: contourreeks 208
Voorbeeld: cilindermantel 210
8.6 Cycli voor het affrezen 212
DIGITALISERINGSGEGEVENS AFWERKEN (cyclus 30) 212
AFFREZEN (cyclus 230) 214
RECHTLIJNIG AFVLAKKEN (cyclus 231) 216
Voorbeeld: affrezen 219
8.7 Cycli voor coördinaten-omrekening 219
NULPUNT-verschuiving (cyclus 7) 220
NULPUNT-verschuiving met nulpuntstabellen (cyclus 7) 221
SPIEGELEN (cyclus 8) 224
ROTATIE (cyclus 10) 225
MAATFACTOR (cyclus 11) 226
MAATFACTOR ASSP . (cyclus 26) 227
BEWERKINGSVLAK (cyclus 19) 228
Voorbeeld: coördinatenomrekeningscycli 233
8.8 Speciale cycli 235
STILSTANDSTIJD (cyclus 9) 235
PROGRAMMA-OPROEP (cyclus 12) 235
SPILORIËNTATIE (cyclus 13) 236
TOLERANTIE (cyclus 32) 237
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
IX