Radiuscorrectie van het gereedschap
De programmaregel voor een gereedschapsbeweging bevat
RL of RR voor een radiuscorrectie
R+ of R–, voor een radiuscorrectie bij een asparallelle
verplaatsing
R0, wanneer er geen radiuscorrectie uitgevoerd moet worden
Radiuscorrectie wordt actief, zodra een gereedschap opgeroepen
en in het bewerkingsvlak met RL of RR verplaatst wordt.
De TNC heft de radiuscorrectie ook op, wanneer:
een positioneerregel met R0 geprogrammeerd wordt
de contour met de functie DEP verlaten wordt
een PGM CALL geprogrammeerd is
een nieuw programma met PGM MGT gekozen wordt
Bij de radiuscorrectie worden de deltawaarden uit de TOOL -CALL -
regel alsook uit de gereedschapstabel, meeberekend:
Correctiewaarde = R + DR
TOOL CALL
R
gereedschapsradius R uit TOOL DEF-regel of
gereedschapstabel
DR
overmaat DR voor radius uit TOOL CALL -regel
TOOL CALL
(hiermee wordt geen rekening gehouden in de
positieweergave)
DR
Overmaat DR voor radius uit de gereedschapstabel.
TAB
Baanbewegingen zonder radiuscorrectie: R0
Het gereedschap verplaatst zich, in het bewerkingsvlak, met zijn
middelpunt volgens de geprogrammeerde baan, resp. volgens de
geprogrammeerde coördinaten.
Toepassingsmogelijkheden: boren, voorpositioneren,
zie afbeelding rechts.
Baanverplaatsingen met radiuscorrectie: RR en RL
RR Het gereedschap verplaatst rechts van de contour.
RL Het gereedschap verplaatst links van de contour.
Het gereedschapsmiddelpunt heeft daarbij de afstand van de
gereedschapsradius van de geprogrammeerde contour. „Rechts"
en „links" duiden de positie aan van het gereedschap in de
verplaatsingsrichting langs de werkstukcontour. Zie de afbeelding
op de volgende bladzijde.
HEIDENHAIN TNC 426 B, TNC 430
+ DR
met
TAB
RL
R0
Z
Y
Y
R
X
X
79