• Behandel halogeenlampen altijd
voorzichtig
om
krassen
voorkomen. Voorkom contact met
vloeistoffen wanneer de lampen
branden.
• Raak het glas nooit met de vingers
aan. Door achtergebleven vet kan
de lamp te heet worden en
knappen wanneer deze brandt.
• De
lamp
mag
alleen
gemonteerde toestand worden
ingeschakeld.
• Vervang
een
beschadigde
gebarsten lamp direct en gooi deze
niet zomaar weg.
■ Koplamp (dimlicht)
te
in
■ Koplamp (grootlicht)
of
Koplamp
1. Open de motorkap.
2. Neem de minpool los van de accu.
3. Verwijder de afdekkap van de
gloeilamp door de kap linksom te
draaien.
4. Neem
de
lampfitting
grootlicht)
5. Verwijder de gloeilamp uit de
koplampunit.
6. Plaats een nieuwe lamp.
7. Sluit de stekker van de gloeilamp
aan. (dimlicht en grootlicht)
OTM078053
8. Plaats de afdekkap van de
gloeilamp door hem rechtsom te
draaien.
OTM078054
stekker
van
de
los.
(dimlicht
en
7
7-65