Bij het rijden met een op de auto
gemonteerd compact reservewiel:
• Controleer de bandenspanning
nadat het compacte reservewiel
gemonteerd
is.
De
bandenspanning
van
compacte reservewiel is 420 kPa
(60 psi).
• Maak geen gebruik van een
wasstraat als het reservewiel
gemonteerd is.
• Gebruik dit reservewiel niet onder
een andere auto omdat het
speciaal ontworpen is voor uw
auto.
• De levensduur van de reserveband
is
korter
dan
die
conventionele band. Controleer uw
reserveband
regelmatig
vervang
een
reserveband door een band met
dezelfde maat, gemonteerd op
dezelfde velg.
• Gebruik
niet
meer
compact reservewiel tegelijk.
• Trek geen aanhanger als het
compacte
reservewiel
gemonteerd.
AANWIJZING
Als de originele band en velg
gerepareerd zijn en weer onder de
auto gemonteerd zijn, moeten de
juiste
wielmoeren
het
aanhaalmoment
vastgedraaid.
aanhaalmoment
wielmoeren is 11 - 13 Kgf·m (79 -
94 lbf·ft).
van
een
en
versleten
dan
één
is
Om
compacte reservewiel en uw
auto te voorkomen:
met
het
juiste
worden
•
Het
juiste
voor
de
•
•
•
OPMERKING
beschadiging
aan
Rijd langzaam genoeg gezien
de wegcondities om gevaren,
zoals putdeksels en afval, te
kunnen ontwijken.
Rijd niet over objecten heen.
De diameter van het compacte
reservewiel is kleiner dan die
van een conventioneel wiel,
waardoor de grondspeling
ongeveer
25
mm
kleiner
wordt.
Monteer geen sneeuwketting
op het reservewiel. Vanwege
de kleinere afmetingen zal
een sneeuwketting niet goed
passen.
De compacte reserveband
mag niet gebruikt worden op
andere velgen en er mogen
geen
standaardbanden,
winterbanden, wieldoppen of
velgringen op de velg van het
compacte reservewiel worden
gemonteerd.
het
6
6-25