Werking van het systeem
(wegrijmodus)
1. Schakel
het
Parking
systeem in
Handgeschakelde transmissie
De selectiehendel moet in stand P
(parkeren) worden gezet.
- Als
de
parkeermodus
geselecteerd
met
selectiehendel
in
(neutraal) na het starten van de
motor, wordt de wegrijmodus
automatisch geselecteerd en
wordt
na
het
rijden
parkeermodus geselecteerd.
2. Selecteer modus wegrijden na
fileparkeren
3. Controleer de omgeving
4. Bediening van het stuurwiel
(1) Schakel overeenkomstig de
aanwijzingen op het LCD-
scherm.
(2) Rijd langzaam en bedien het
rempedaal.
5. Wegrijden voltooid
Wijzig indien nodig handmatig de
positie van de auto.
OPMERKING
Assist-
•
Controleer
systeem inschakelt of de
omstandigheden geschikt zijn
voor gebruik van het systeem.
•
Trap voor uw veiligheid altijd
het rempedaal in, behalve
is
tijdens het rijden.
de
stand
N
de
1. Schakel het Parking Assist-
systeem in
■ Type A
voordat
u
het
■ Type B
3
OTM048067
OTM048068
3-177