Multimediasysteem
Apparaten koppelen met uw
systeem
Bluetooth-verbindingen: koppel eerst
uw apparaat met uw systeem om het
aan de lijst met Bluetooth-apparaten
van het systeem toe te voegen. U
kunt
maximaal
vijf
koppelen.
1. Druk
op
de
[SETUP/CLOCK]
bedieningspaneel en selecteer
vervolgens
Bluetooth
Connections
(Bluetooth
Verbindingen).
• Wanneer u voor de eerste keer
een apparaat aan uw systeem
koppelt, kunt u ook op de toets
[PHONE]
op
bedieningspaneel of de toets
bellen/beantwoorden op het
stuurwiel drukken.
4-28
2. Activeer
Bluetooth-apparaat
verbinding mee wilt maken, zoek
het systeem van uw auto en
selecteer dit.
• Controleer de Bluetooth-naam
van het systeem. Deze wordt
apparaten
weergegeven in het nieuwe pop-
upvenster voor registratie op het
toets
scherm van het systeem.
op
het
het
3. Voer
het
bevestig het wachtwoord om de
verbinding te bevestigen.
• Als het invoerscherm voor het
wachtwoord op het scherm van
het Bluetooth-apparaat wordt
weergegeven, voer dan het
wachtwoord 0000, dat op het
scherm van het systeem wordt
weergegeven, in.
Bluetooth
op
het
waar
u
wachtwoord
in
of
• Als het 6-cijferige wachtwoord
op
het
scherm
Bluetooth-apparaat
weergegeven, controleer dan of
het Bluetooth-wachtwoord dat
op het Bluetooth-apparaat wordt
weergegeven hetzelfde is als
het wachtwoord op het scherm
van het systeem en bevestig de
verbinding op het apparaat.
4. Kies of u bij het verbinding maken
voorrang wilt geven aan het
Bluetooth-apparaat.
• Indien u voorrang geeft aan het
Bluetooth-apparaat, wordt er
door het systeem automatisch
verbinding
mee
wanneer
u
het
inschakelt.
van
het
wordt
gemaakt
systeem