Het systeem in- of
uitschakelen
Start de motor om het systeem in te
schakelen.
• Indien u het systeem tijdens het
rijden niet wilt gebruiken, kunt u
het systeem uitschakelen door de
knop
[POWER]
bedieningspaneel in te drukken.
Druk
nogmaals
op
[POWER] om het systeem weer te
gebruiken.
Het systeem wordt uitgeschakeld
wanneer u de motor uitschakelt
(ACC uit).
• Wanneer u het systeem weer
inschakelt, blijven de vorige modus
en instellingen zoals ze waren.
WAARSCHUWING
•
Sommige functies worden
tijdens
veiligheidsredenen mogelijk
uitgeschakeld. Deze werken
alleen
op
het
stilstaat. Zet uw auto op een
veilige plek stil alvorens de
de
knop
functies te bedienen.
•
Gebruik het systeem niet als
er
een
bijvoorbeeld wanneer er geen
geluid te horen is of wanneer
er niets op het display wordt
weergegeven. Wanneer u het
systeem
terwijl er een storing in zit,
kan dit brand, een elektrische
schok of een defect systeem
tot gevolg hebben.
het
rijden
om
wanneer
de
auto
storing
in
zit,
blijft
gebruiken
i
Informatie
U kunt het systeem inschakelen
wanneer het contact in stand ACC of
ON staat. Wanneer het systeem
gedurende een langere tijd wordt
gebruikt terwijl de motor niet draait,
kan de accu leegraken.
Wanneer u het systeem gedurende
langere tijd wilt gebruiken, start dan
de motor.
Het display in- of uitschakelen
Om schitteringen te voorkomen, kunt
u het scherm uitschakelen. Het
scherm
kan
alleen
uitgeschakeld wanneer het systeem
is ingeschakeld.
1. Druk
op
de
[SETUP/CLOCK]
bedieningspaneel.
2. Druk op de toets [6] op het
bedieningspaneel om Display Off
(display uit) te selecteren.
• Druk op een willekeurige toets op
het bedieningspaneel om het
scherm weer in te schakelen.
4
worden
toets
op
het
4-13