Kenmerken van uw auto
Wanneer u in de automatische stand
op één van de toetsen, behalve
AUTO, drukt, blijven de overige
functies automatisch werken.
1.Start de motor.
2.Zet de luchtcirculatietoets in de
gewenste stand.
Kies
voor
een
verwarming en koeling:
- Verwarmen:
- Koelen:
3.Stel de temperatuur in op de
gewenste waarde.
4.Schakel de stand BUITENLUCHT
in met de luchttoevoertoets.
5.Zet de aanjager op de gewenste
snelheid.
6.Als u de uitstromende lucht
gekoeld wilt hebben, kunt u het
airconditioningssysteem aanzet-
ten.
7.Druk op toets AUTO om weer over
te schakelen naar de volledig
automatische regeling.
3-196
Luchtcirculatie (9)
effectieve
De luchtcirculatietoets regelt de circulatie van de lucht door het
ventilatiesysteem.
❈ Uitstroomopeningen 3
• De luchttoevoer naar de uitstroomopeningen bij de 3
geregeld door het verwarmings- en ventilatiesysteem voor en wordt
aangevoerd via het interne luchtkanaal van de vloer.
• De luchttoevoer via de uitstroomopeningen bij de 3
zijn dan via de ventilatieroosters in het dashboard, vanwege het langere
luchtkanaal.
• De luchttoevoer via de uitstroomopeningen opzij voor de 3
geregeld met de toets A/C en de knop.
e
zitrij (G, H) (indien van toepassing)
OTM048330
e
zitrij (G) wordt
e
zitrij (G) kan minder
e
zitrij (H) wordt