Kenmerken van uw auto
De
waarschuwingsmelding
"Check surroundings then try
again [Controleer omgeving vóór
ontgrendelen]" verschijnt op het
instrumentenpaneel en er klinkt
een waarschuwingssignaal.
Als u echter binnen 10 seconden
nadat de waarschuwingsmelding
is verschenen op de knop drukt
(de indicator op de knop dooft),
oordeelt het systeem dat de
bestuurder op de hoogte is van de
situatie achter de auto. Het slot
wordt ontgrendeld, ongeacht de
situatie achter de auto.
3. Wanneer
een
van
naderende
auto
gesignaleerd op het moment dat
het
portier
wordt
verschijnt
waarschuwingsmelding "Watch for
traffic [Let op verkeer]" op het
instrumentenpaneel en klinkt er
een waarschuwingssignaal.
3-22
- De bovenstaande functies 2 en 3
worden geactiveerd wanneer u
"Driver
[Bestuurdershulp] → Blind-spot
safety [Dodehoekveiligheid] →
Safe Exit Assist (SEA) [SEA
(Hulp bij veilig uitstappen)]"
selecteert
Gebruikersinstellingen op het
instrumentenpaneel.
- Het
kinderslotsysteem kan worden
bediend tot ongeveer 10 minuten
nadat
de
verwijderd of het contact in stand
LOCK (of OFF) is gezet. Na
achteren
ongeveer 10 minuten dooft het
wordt
controlelampje in de knop en kunt
u
het
geopend,
kinderslotsysteem
de
deactiveren.
Druk
om
kinderslotsysteem te deactiveren
de knop van het elektronische
kinderslotsysteem nogmaals in
nadat het contact in stand ON is
gezet of nadat de motor is gestart.
- Wanneer de accu verwijderd of
Assistance
met
de
modus
elektronische
- Als de airbag is geactiveerd
contactsleutel
is
elektronische
niet
meer
het
elektronische
leeg is geweest toen het kinderslot
was vergrendeld en de voeding
weer is hersteld, drukt u de
vergrendelknop
van
achterportier weer in om ervoor te
zorgen dat de status van de
indicator op de vergrendelknop
van het achterportier overeenkomt
met de werkelijke status van het
kinderslot van het achterportier.
terwijl de vergrendelknop van het
achterportier was ingeschakeld
(de indicator op de knop brandt),
wordt
deze
automatisch
uitgeschakeld
en
wordt
achterportier ontgrendeld.
het
het